Moet iemand persé katholiek zijn om beschermheilige te worden?
Heeft u daar al eens van wakker gelegen?
Nou, ik wel, maar dat zal u niet verbazen. Dat kwam zo: ik was aan het googelen naar wie nu eigenlijk onze beschermheilige is. De beschermheilige van de bordspelspelers. En ook: welke vooropleiding je daarvoor nodig hebt.
Ik heb gezocht, maar daar geen antwoorden op gevonden.
Dat is fijn omdat ik nu dus aanneem dat die functie nog vacant is.
Het lijkt me een mooie baan. En omdat ik na mijn onvermijdelijke dood ook nog wat te doen moet hebben lijkt het mij een nuttige gedachte om daar nu al punten voor te gaan scoren.
Ik heb er zin in, mense!
De spelregels: Als je nog leeft dan haal je extra punten wanneer je jezelf onbaatzuchtig inzet voor zielige mensen. Die punten kun je na je dood inwisselen voor een extra bonus. Beschermheilige worden is zo'n bonus.
Wij bordspelspelers hebben dus nog geen patroonheilige. De meest voordehandliggende oude kandidaten die ik heb kunnen vinden zijn St. Balthasar en St. Cajetan plus nog twee mindere goden.
Die vier kan ik wel hebben. Maar ik heb inmiddels ook concurrentie. Hierover later.
St. Balthasar
De eerste van die vier is Balthasar. Iemand die vaak wordt genoemd als de "patroonheilige van speelkaartfabrikanten". Daar keek ik van op.
Hoeveel fabrikanten van speelkaarten zullen er zijn, wereldwijd? Honderd? Ik vroeg me af hoe die gasten het voor elkaar gekregen hebben om excusief een heilige voor zichzelf te krijgen. Daar kunnen we dus nog wat van leren als het om lobbyen gaat.
Voor wie niet zo Bijbelvast is als ik: Balthasar was, samen met Melchior en Caspar, een van de drie mannen die goud, wierook en mirre aan het kleine kindeke Jezus brachten.
Wanneer daar een bordspel bij gezeten had was de baan allang vergeven maar dat is dus niet zo.
Goud, wierook, mirre... wat hep zo'n kind daar aan?
Leuk weetje: de Bijbel
- noemt de magiërs niet,
- zegt niet hoeveel het er waren (ze worden meestal afgebeeld als 3 mannen omdat er 3 geschenken waren, maar sommige geruchten gaan dat het er 12 waren), en
- zegt niet wat ze waren (astrologen, magiërs, koningen, of simpelweg "wijze mannen"). De namen van die wijze mannen worden pas in de 5e eeuw aan het verhaal toegevoegd. Maar dat terzijde.
We weten dus niets anders over die Balthasar. Er zijn verschillende vermeende graven van de magiërs, maar niemand neemt hun beweringen serieus.
Als er iemand onder u, lieve vrienden van het bordspel, een bron heeft die verklaart waarom Balthasar de zorg kreeg over mensen die speelkaarten maken, dan wil ik dat graag, later, als noot onder dit stukje plakken.
St. Cajetan
(Ook wel St. Cayetano in Spaanstalige landen) is de patroonheilige van gokkers. Cajetan, geboren in 1480 in een rijke familie, was eerst nog gewoon advocaat. Gedreven door een diep verlangen om de kerk te hervormen, reisde hij naar Rome, werd daar priester en stichtte zijn eigen religieuze sekte. Hij gebruikte zijn familiefortuin om ziekenhuizen te creëren die zowel de fysieke als de morele behoeften van de armen dienden. Hij richtte ook pandjeshuizen en kredietverenigingen op om leningen aan de armen te verstrekken.
De connectie van Cajetan met gokken is onduidelijk. De populaire overlevering zegt dat de mensen hem om een gunst zouden vragen en om een rozenkrans met hem zouden wedden dat die gunst er niet doorheen zou komen bij onze lieve Heer. Omdat die wens er vaak juist wel doorkwam, was hij in staat om mensen meer aan het bidden te krijgen.
Het is waarschijnlijker dat zijn leningen mensen hielpen om onder de roofzuchtige rentetarieven van woekeraars uit te komen en met veel van deze leningen werden gokschulden afbetaald. Toen, net als nu, zou een dwangmatige gokker zijn gezin kunnen vernietigen. Dus het lijkt waarschijnlijker dat Cajetan probleemgokkers heeft geholpen om zowel financieel als moreel weer op het goede pad te komen.
St. Aloysius Gonzaga
was aan het schaken met een paar seminaristen en iemand stelde de vraag: "Wat zou je doen als je wist dat je nog maar een uur te leven had?" De een zei dat hij zou gaan biechten, een ander dat hij zou bidden voor het Heilig Sacrament, maar Sint Aloysius niet. Hij redeneerde dat, aangezien zijn superieuren hem toestemming hadden gegeven om het spel te spelen en hij geen andere dringende taken had, dit duidelijk was wat God van hem verlangde. Dus in zijn laatste uur zou hij het spel afmaken!
St. Matthias
Ik las ook dat St. Matthias een goede kandidaat zou zijn, omdat hij door loting was gekozen om Judas te vervangen, zoals we lezen in Handelingen: 1:23-26:
23 En zij stelden er twee, Jozef, genaamd Barsabas, die toegenaamd was Justus, en Matthias.
24 En zij baden en zeiden: Gij Heere! Gij Kenner der harten van allen, wijs van deze twee een aan, dien Gij uitverkoren hebt;
25 Om te ontvangen het lot dezer bediening en des apostelschaps, waarvan Judas afgeweken is, dat hij heenging in zijn eigen plaats.
26 En zij wierpen hun loten; en het lot viel op Matthias, en hij werd met gemene toestemming tot de elf apostelen gekozen.
Ja mense, ze kozen de opvolger van de verrader van Jezus op dezelfde manier als wij een startspeler kiezen.
Het probleem is dat Matthias hierna spoorloos verdwijnt. Er zijn geruchten dat hij is gekruisigd in Ethiopië, gestenigd in Jeruzalem of stierf van ouderdom. Dit laatste is onwaarschijnlijk: weinig vroegchristelijke pioniers stierven vredig in hun bed. Van de oorspronkelijke 12 apostelen stierf alleen Johannes een natuurlijke dood.
Momenteel is Matthias de beschermheer van alcoholisten, timmerlieden, kleermakers en de stad Gary in Indiana. Die heeft het dus al druk genoeg met al die bestuursfuncties.
Samenvatting
Vier kandidaten dus, waarvan er niet een een redelijke kans maakt voor de klus, vind ik. Dus stel ik me hierbij kandidaat.
Ik vind ook dat ik het verdien. Ik span mezelf dagelijks geheel onbaatzuchtig in voor anderen in deze pluriforme hobbygemeenschap en krijg daar - vind ik zelf - véél te weinig waardering voor. Iets dat overigens de allerbeste heiligen kenmerkt en wat ze allemaal met elkaar gemeen hebben: tijdens hun leven zijn ze volkomen miskend en onbegrepen.
Dat laatste is iets dat bij mijn concurrent (ik had het er al over) ontbreekt: bescheidenheid en onbaatzuchtigheid. St. Heijanus doet dan wel zijn best om die noorderlingenen te bekeren tot het bordspel maar daar is dan wel een ongezonde portie eigenbelang bij: om ook tijdens werktijd én van onze zuurverdiende belastingcenten bordspellen te kunnen spelen heeft hij nu slim bedacht om dit als een verplicht vak op het rooster van het volgende schooljaar van zijn school te zetten.
Ik vind dat nogal discutabel.
En dan druk ik mij nog bescheiden uit.
Wat overigens niet vreemd is, want ik ben ook buitengewoon bescheiden.