Selamat Makan!
We hadden gereserveerd bij een oude bekende maar daar aangekomen bleken er allemaal langzame eters... dus gingen we teleurgesteld maar hoopvol op zoek naar een andere plek.
Die vonden we uiteindelijk na een aantal stegen en pleintjes.
Ook Indonesisch maar anders. Een met een modernuitziende plaknaam op de ruit. Geen warme gezelligheid en bediening in sarongs. Binnen was het fel verlicht door helderwitte TL-balken en de tafels waren van formica.
Maar het was er druk en alle bezoekers waren van kleur.
Dat dan weer wel!
"Dat ziet er heel spannend uit!" sprak vriend A. opgewekt. Hij had trek, duidelijk, en zoiets vertroebelt je blik.
"O ja? Niet zo gezellig als ik voor ogen had" zei zijn vrouw, R., voorzichtig drempelverhogend want A. laat zich slecht tegenspreken.
"Als de locals er eten dan moet het spannend zijn!" zei A. en stapte vastberaden naar binnen.
Er werd van nee geschud en Ik zag ook geen lege stoelen maar A. liet zich niet wegsturen en wees de bediening op mogelijke oplossingen. Er werd wat geschoven met tafels en er werden twee krukken aan de bar bijgeplaatst. Daar werden twee bezoekers naar toe gedirigeerd. Nu was er ineens een heel tafeltje vrij. Daar ging een natte dweil over en hopla: er was plek!
"Hallelujaaa! Als je maar wilt! " jooch A. Want van hem heb ik dat.
We kregen twee plastic zakjes met kroepoek op tafel en de tweede teleurstelling was dat we in een halalgelegenheid terecht gekomen waren: er was geen bier.
Gelukkig was er wel een lokale specialiteit: Fernandes.
Wie kent het niet?
Het menu bleek een geplastificeerd Aviertje met aan de ene zijde gerechten en aan de andere zijde de al genoemde Fernandesvarianten en foto's van ijsjes.
Om ons heen werd druk gekletst en gegeten dus er was geen enkele oorzaak om de exercitie af te blazen.
"Er staat hier dat het spicy is...", waarschuwde R. "...en dat je het toch moet betalen wanneer je het té heet vind"
"Oh, dat is wel logisch, toch, R?"
"Als het niet al te pittig is dan vind ik het wel lekker, ja hoor!"
En zo kon het gebeuren dat wij eensgezind, om AP te vermijden, besloten voor de specialiteit van het huis, untuk empat orang.
Dat bleek een indrukwekkende hoeveelheid kleine en middelgrote schaaltjes met overwegend rood en donkerrood gekleurde smurries en prakjes plus een schotel met een imposante berg witte rijst.
"Selamat Makan!" sprak het omaatje die het aan tafel bracht.
Van de tafeltjes naast ons werd bewonderend gekeken.
"Spicy?" vroeg A. met een allesomsingelend gebaar.
"Pedis, pedis, pedis... pedis, pedis... pedis, pedis, pedis... pedis, pedis... !" zei de oude vrouw en wees stuk voor stuk naar alle gerechten, behalve naar de rijst.
"Selamat Makan!"
In het half uur dat volgde heb ik heel veel geleerd over de overeenomst tussen pittig eten en het spelen van zware bordspellen en ook over de relatie tussen de schaal van Scoville en de BGG-ranking.
Waar het in beide gevallen niet zelden fout gaat is dat slachtoffers zichzelf overschatten en overmoedig zijn.
"Ik houd wel van pittig eten" is voor veel mensen synoniem voor een bord nasi met een theelepeltje sambal oelek op de rand.
Ik ken speelkameraden die bij pittig spel denken aan Friesche Velden. Anderen meer aan 18XX, Aelderman of Europa Universalis.
Over smaak valt dus te twisten.
Iemand die zichzelf in een van deze gevallen heeft overschat kun je herkennen aan overdadig zweten.
"Ik heb niks tegen een beetje scherp eten, maar pffff.... hier proef je alleen maar pepers. Hier proef je het eten niet meer!"
"Het smaakt allemaal hetzelde. Wat is dit... hanenkammen in sambal? Waar smaakt dat naar?"
"Zullen we nog een kan water vragen?"
Om ons heen werd smakelijk gegeten en vrolijk gekletst.
Bij ons werd voorzichtig geproefd en veel gezweet, heel veel gezweet.
Het water uit onze ogen.
Ik wilde van geen opgeven weten en dacht dapper: "Doorzetten jonge! Laat je niet kennen! Na een paar rondjes zul je het wel net zo lekker vinden als de anderen. Dan snap je het wel!"
De andere ochtend, toen ik voor dag en dauw nog een éxtra prijs voor mijn overmoed betaalde, perste ik er de gedachte uit dat ik er misschien een stukje over moest schrijven. Over dat je met het spelen van een moeilijk spel heus geen bewondering oogst van anderen. Dat zulks geen reden moet zijn om spellen met een ranking van meer dan 4 uit 5 te spelen.
Wanneer anderen zich daarmee op de borst snoeven is dat prima.
Beperk je tot spellen waarvan je geniet en waarin je ook de delicate smaaktonen nog herkent.