In de regel begin ik mijn reviews met wat sentimenteel gebrom over vroeger. Daarna klaag ik wat over mevrouw Verschuur om vervolgens van acquit te gaan met een vertaling van de beschrijving die het spel in kwestie op BoardGameGeek heeft. Daarmee is er dan al een beginnetje waar ik alle kanten mee op kan. Trouwe lezers zijn hiermee bekend en scrollen snel door naar het tweede kopje.
In het spel First Empires vond ik die inleiding op BGG nogal hoogdravend. Ik dacht "Nou nou... die van Sandcastle Games hebben grote verwachtingen van dit spel wanneer ze er zo'n deftige quote boven zetten en dat nog extra kracht bij zetten met een handvol loze kreten. Die durven.
Maar wat moet ik daar mee?"
The time of small nations is past, the time of empires begins." — Chamberlain
Wat als de hele wereldgeschiedenis zich anders had afgespeeld?
Wat als de grote wereldrijken uit onze geschiedenis nooit waren ontstaan?
Wat als andere vergeten beschavingen in hun plaats waren overgegaan?
De verslagenen hadden de overwinnaars kunnen zijn en de kolonisatoren hadden de gekoloniseerden kunnen zijn - per slot van rekening worden keizerrijken gewonnen en verloren door een worp met de dobbelstenen!
En wat moet u er mee? Voegt het toe aan het spel en speelplezier? Prikkelt het tot aankoop?
De geschiedenis zal dat uitwijzen. Over een paar jaar zullen we weten of First Empires een wereldhit geworden is of niet en of deze review een doorslaggevende invloed heeft gehad op dat resultaat.
Waarmee ik mezelf op gelijke eenzame hoogte zet als de marketingmannen van Sandcastle Games.
Dat dat weer wel.
In First Empires neemt elke speler de controle over het lot van een oude natie door middel van een spelersbord, meeples en kaarten. Het spel duurt een aantal rondes, afhankelijk van het aantal spelers, en als je aan de beurt bent, gooi je met dobbelstenen op basis van hoe je je rijk hebt ontwikkeld. De zes zijden van de dobbelstenen komen overeen met de vijf vaardigheden op je bord. Om uit te breiden naar nieuwe gebieden of tegenstanders binnen te vallen, moet je de bewegingsmogelijkheden vrijspelen; om een gebied te annexeren, moet je de huidige bewoners in aantal overtreffen of een "zwaard"-resultaat op de dobbelsteen hebben, waarna de inwoners naar elders vluchten. Met de dobbelstenen kun je ook je spelersbord ontwikkelen door het dobbelsteenvlak te gebruiken dat overeenkomt met de verbetering en een bijbehorend gebied te controleren. Je kunt meer dobbelstenen en extra worpen krijgen, terwijl je ook prestatiekaarten kunt vrijspelen.
Aan het einde van het spel verdien je punten op basis van uitgespeelde prestatiekaarten, vrijgespeelde punten op je persoonlijke bord en het aantal steden dat je onder controle hebt.
Sandcastle Games debuteerde in 2019 met Res Arcana van Tom Lehman. Dat spel was enorm succesvol. Na de twee uitbreidingen van Res Arcana kwam in 2022 de tweede titel op de markt: First Empires van Eric B. Vogel.
Ik moest bij het lezen van de naam van die auteur meteen denken aan GTST maar nam meteen aan dat we het hier niet over dezelfde Vogel hebben die bijbeunt in de borspelwereld.
First Empires is een spel voor twee tot vijf spelers waarin je een beschaving leidt. Het spel speelt niet in een tijdperk waar we een getal op kunnen plakken. Het zou evengoed in een parallel universum kunnen spelen in een soort alternatieve aarde waar de dingen zich in de loop der tijd anders hebben ontwikkeld en de wereld een beetje anders is ingericht in termen van wie waar bestaat.
De spelers gaan in die, zeg maar, reservewereld, proberen een van de eerste grote wereldrijken te ontwikkelen.
Laat ik het eerst eens hebben over de speelstukken en hoe het spel er uit ziet. Daar kan ik kort over zijn: geweldig!
Maar daarmee zou ik het spel ook veel te kort doen.
Wanneer je de doos voor het eerst ziet, dan krijg je niet het idee dat hier een serieus spel in verpakt is. Dat komt door de zoete pastelkleuren en de aantrekkelijke prinsessen op het deksel.
Wanneer we de doos opendoen zien we, onder het speelbord en de spelregels, een insert met vijf mooie doosjes. Een voor elke speler. Die doosjes zijn op een creative manier in het insert geklemd. Ze zijn schitterend. Ik kan niets anders zeggen.
Dat speelbord is dubbelzijdig. Het lijkt behoorlijk op de speelborden die we kennen van Risk, El Grande, Rattus en noem er nog maar een paar. Op de ene zijde speel je solo of met 2 personen... op de andere zijde speel je met 3,4, of 5 personen. Wij speelden tot nu toe met 4 en dan doen de Amerika's niet mee.
De landen in de Amerika's hebben namen als: Aleyska, Cahokia, Micaca, Cusco en Wallmapu. Namen die je, met hun verklaringen, allemaal terug kunt vinden in de Wikipedia. Iets dat ook geldt voor de landen in de andere werelddelen, waarmee ook dit spel een bijdrage levert aan de algemene kennisverbreding van nieuwsgierige bordspelspelers.
De rest van de onderdelen is ook mooi: de gelaagde spelersborden bijvoorbeeld met de uitgestanste ruimtes waarop je je voortgang bijhoudt. Iedere speler begint dit spel met een ander beginkapitaal. De meeples zijn van het doodgewone soort, er is en mooie zuil die fungeert als rondeteller en er is een overvloed aan kleuren. Kortom: nog voordat we beginnen is dit spel al een feestje!
In First Empires staat elke speler aan het hoofd van een oud rijk en heeft een asymmetrisch spelersbord met vijf verschillende sporen.
Het 1e spoor bepaalt hoeveel dobbelstenen je mag gooien (waarover dadelijk meer),
Het 2e hoeveel herkansingen je krijgt tijdens dat gooien,
Het 3e hoeveel stappen je mag doen met je meeples,
Het 4e geeft je doelkaarten
Het 5e bepaalt hoeveel stukken je op het bord hebt.
Iedereen begint onderaan het spoor en de spoorwaarden van elke speler worden verschoven voor een licht voordeel in de ene kolom ten opzichte van de anderen. De ene speler begint bijvoorbeeld met meer stukken op het bord. De andere krijgt een extra kaart.
Elke speler begint op een aangewezen locatie. Je hebt drie of vier werkers, afhankelijk van welke beschaving je bent. Elke speler heeft een stapel van negen kaarten, en je begint met één kaart. Wanneer je de gele speler bent, heb je twee kaarten. Die kaarten geven elke speler een speciale waarderingsvoorwaarde. Als je daar tijdens een beurt aan voldoet, kun je die kaart uitspelen en er punten mee scoren.
Elke ronde spelen de spelers in beurtvolgorde. In hun beurt rollen ze met het aantal dobbelstenen dat ze mogen gebruiken, ze mogen een aantal keer opnieuw gooien, ze verplaatsen hun stukken en gaan verder op hun spoor.
Net als bij Kitara, een van de eerdere ontwerpen van Eric B. Vogel, blaas je andermans stukken niet op. Bij een aanval gaan de stukken van de verliezer terug naar een vriendschappelijk gebied dat de verliezer zelf mag kiezen.
Je hebt meer stukken nodig dan je tegenstander om een gebied te veroveren en er is ook een dobbelsteen die je totaal aanvult.
Hoe het spelverloop in detail verder gaat en wat je nog meer in een beurt mag doen, en wat niet, is in deze review niet aan de orde. Voor de exacte spelregels en spelverloop kun je de video's bekijken waarvan er hieronder een paar links staan.
De globale bedoeling van het spel is dus dat je een meerderheid krijgt in verschillende landen. Dat doe je door er meer werkers naar toe te sturen dan er van de tegenstander staan en dat krijg je weer voor elkaar door het rollen met dobbelstenen waarop symbolen staan de aangeven wat je mag doen.
Op zich is dat allemaal niet zo heel ingewikkeld.
Als je vroeger Risk hebt gespeeld dan ken je ongetwijfeld het fenomeen dat alle spelers in Australië willen zitten. Daar wil je troepen verzamelen en een onneembare vesting bouwen, zodat je aan het eind van het spel een enorme bonus bij je continent kunt optellen.
Dat is waar je meteen aan denkt; ik in ieder geval wel. Zoiets schijnt ‘turtling’ te heten. Naar een schildpad die zich verschanst onder het eigen schild.
Dat is niet iets waarmee je in First Empires met de zege gaat strijken. Hier krijg je punten door kaarten te scoren. Dat kan alleen als je erop uit trekt en ten aanval gaat.
Je krijgt punten van steden, die je alleen krijgt als je een gebied overneemt. Je krijgt punten door de waarde op je sporen te verhogen en steden op het bord zet. En ten derde krijg je alleen punten wanneer je land gaat overnemen om vooruit te komen. Of het nu bezet is of niet, je moet het overnemen.
Wanneer je in First Empires ergens op de kaart naar toe wil, dan kun je niet iemand passeren en de werkers laten staan... je zult ze moeten verjagen.
Dat aspect maakt First Empires een beetje wreed. Je zorgt alleen maar voor jezelf. Het is een egoïstisch spel en ik probeer gewoon te doen wat het beste voor me is en hoger op het bord te komen.
Die werkers (of strijders) ben je niet kwijt (wat weer een meevaller is), ze moeten zich alleen ergens anders terugtrekken.
Het spel gaat over acht ronden. Wanneer die achter de rug zijn, telt iedereen de punten op van de sporen (hoe hoog je daar staat), je telt de steden die je hebt behouden, je telt de steden die je hebt veroverd en eventuele doelkaarten die je hebt voltooid (deze kaarten kunnen op elk moment tijdens een spelersbeurt worden voltooid).
Als je dit nu leest en denkt... wat gemakkelijk... dan heb ik mijn review goed geschreven want dat is precies wat First Empires is: een eenvoudig maar heel mooi uitgevoerd gebiedscontrolespel.
Dit is een spel waarin je het altijd naar je zin hebt. Als je dobbelsteenworpen niet zijn wat je hoopte... dan mag je nog eens gooien. Je mag zelfs je doelkaarten wegdoen door deze om te draaien naar de kant die je wel wilt.
Je hebt nooit de pijn van het verliezen van iets anders dan een paar overwinningspunten wanneer een stad van je wordt afgepakt. Zelfs wanneer je aanvankelijke plan niet loopt zoals je had gehoopt, krijg je het plezier van het vooruitgaan op sporen, hoe dan ook.
Elk voordeel hep ze nadeel.
Die 'zachtheid' in het spel heeft ook een nadeel. Het wordt nergens spannend. Je vloekt nooit binnensmonds. En dat is toch ook wel een essentieel onderdeel van het spelen van een spel: een overwinning voelt pas als een overwinning wanneer er ook strijd voor moest worden geleverd.
Dat maakt dat ik First Empire toch niet hoger waardeer dan met 7 sterren. Ondanks die prachtige vormgeving en luxe uitvoering van alle spullen. Het had van mij wel een stukje pittiger gemogen.
Er is nog één din dat ik wil melden: Op BGG heeft dit spel een moeilijkheidsgraad van 1.56 (wat erg licht is). De leeftijd zou 14+ zijn. Ik denk dat je dit al met kinderen van 9 à 10 jaar kunt spelen.