Er eens lekker een paar dagen tussenuit gaan. Wie wil dat niet? Het lijkt er op dat de familie Feld tenminste twee maal per jaar een stedentripje boekt. Waar anderen bij thuiskomst hun foto's uploaden naar Albelli, CeWe of de Hema om er een vakantiefotoalbum van te laten maken trekt Stefan zich terug in zijn hobbykamer om alle indrukken te verwerken in een bordspel.
Dat Feld een slimmerik is wisten we natuurlijk al jaren maar dat hij een circulaire geldstroom creëert waarin hij zijn afnemers aan de ontwikkeling van toekomstige producten laat meefinancieren door hen voor de kosten van zijn vakanties te laten opdraaien... daar moeten we onze petjes voor afnemen. Want deze manier van op vakantie gaan kun je - in zijn geval - als ontwikkelingskosten afboeken van je bedrijfsresultaat. Zolang je er maar een spel van maakt. Volgens mij is het een waterdicht systeem.
Een paar jaar geleden ging Feld blijkbaar graag door de bergen "op trekking". Dat resulteerde - tot op dit moment - in twee spellen. In Cuzco trokken we door de hoge Peruaanse Andes. Ushuaia of Torres del Paine komt misschien nog. Nu zijn we in Kathmandu, Nepal en trekken we door de Himalaya. We zijn aan het backpacken want dat is wat je doet in Nepal: backpacken!
Bij backpacken in Nepal denk je aan sherpa’s, bijzondere kloosters, cultuur en de nog mooiere natuur. Nepal is een land van uitersten. Het land is pas sinds de jaren ’50 open voor toerisme en sindsdien heeft Nepal een enorme aantrekkingskracht op mensen die op zoek zijn naar cultuur en avontuur. Nepal ligt ingeklemd tussen India en Tibet waardoor het een uniek landschap heeft. Vooral geschikt voor uitdagende outdoor activiteiten.
Nepal is een uniek land. Het is nooit een kolonie geweest (wat in Zuid-Oost Azië bijzonder is). Hierdoor heeft Nepal een eigen identiteit behouden met eeuwenoude tradities en een bijzondere cultuur die nog steeds standhoudt. Het ligt in een magisch landschap en heeft de hoogste bergen ter wereld. Er zijn ook uitgestrekte grasvlaktes en tropische bossen.
De vriendelijke en nieuwsgierige mensen zijn een leuk gezelschap tijdens je reis. Degene die op zoek zijn naar zowel een culturele als actieve reis kunnen zich in Nepal prima vermaken. Het backpacken in Nepal is de ultieme manier om het land te verkennen. Backpacken in Nepal geeft je alle vrijheid om dit bijzondere land te ontdekken.
Kathmandu is een spel voor 2 tot 4 spelers vanaf 14 jaar waarin je simpelweg op expeditie gaat door Nepal. Je trekt door verschillende delen van het land, door dorpen en valleien totdat je uiteindelijk de stad Kathmandu bereikt. Zoals in bijna alle spellen van Feld zijn er veel verschillende manieren om punten te scoren. In dit spel doe je dat door handel te drijven in de dorpen. Je scoort ook door foto's te maken of dieren te schilderen. De bedoeling is ook dat je eerder in Kathmandu aankomt dan de medespelers. Het is een spel van rennen, bewegen en voorwerpen verzamelen.
Kathmandu speel je in zes ronden.
Om het spel op tafel te krijgen begin je met het leggen van het centrale speelbord dat uit zes delen bestaat. Er is een start- en een finishbord. Daartussen plaats je - in willekeurige volgorde - de vier tussenborden. Met deze borden vorm je het terrein van je trekking. Het is de bedoeling dat die tegels niet in een rechte lijn maar in een slingervorm liggen.
Voor hen die Kathmandu voor het eerst spelen wordt er in het spelregelboekje een beginopstelling uitgelegd. Dat is handig. Waar je rekening mee moet houden, bij het plaatsen van de speelborden, is dat, om van de ene tegel naar de andere te gaan, er altijd minstens 2 vakjes moeten zijn waar je van het ene bord naar het andere bord kunt gaan. Die kruisende vakjes zijn in feite alle vakjes behalve de bergen. De bergen zijn ook een barrière. Hiermee moet je rekening houden bij het leerleggen van de speelborden.
Waar je ook rekening mee moet houden zijn de kleine kompassen die op de velden staan. Er zijn kompassen met een rode punt die in een bepaalde richting wijzen. Die kompassen geven de moeilijkheidsgraad van het terrein aan.
Er ligt dus een startbord, een finishbord aan het einde en er liggen vier willekeurige tegels in het midden, met ten minste twee vierkanten tussen elke tegel.
Vervolgens plaats je, tussen elke twee tegels, een hekje met voer. Met die hekjes worden de controlepunten weergegeven. Wanneer je ooit een trekking in Nepal gedaan hebt dan zul je dit misschien herkennen; deze hekjes verbeelden de controlepunten op je trek. Het zij kleine doorgangen waar de yak eten en drinken krijgt. Je reist dus met een yak.
Op elk van de borden vind je dorpslocaties. Dat zijn telkens vier aangrenzende vierkantjes. Op deze locaties vind je kleine fiches met willekeurige voorwerpen. Spullen die je in deze steden zou kunnen kopen. Op elke locatie komen er vier, één op elk veld, in elk van de dorpen die je op het bord hebt, willekeurig.
Voor de basisopzet van het spel leg je ook kleine tempelfiches op elke derde en vijfde tegel van het pad. Dat zijn plaatsen waar een kleine tempel komt. Er zijn ook nog andere tempels die al op de borden staan. Dat zijn twee extra tempels.
Op de stad Kathmandu, de grote negenhoekige zone op de aankomsttegel, stapel je de Kathmandu-tegels in aflopende volgorde van waarde. Dus 15 bovenaan, dan 11, dan 8, dan 6. Leg ze in het midden van de stad Kathmandu.
Tot slot vorm je een voorraad van alle grondstoffen in het spel. Er zijn vijf soorten grondstoffen:
- Voer om de yaks mee te voeden.
- Verf om alle dieren die je tegenkomt te schilderen
- Kompassen om het kompas te volgen.
- Rugzakken om jezelf uit te rusten en uitrustingskaarten te kopen.
- Munten om goederen te kopen.
Deze vijf grondstoffen leg je zo neer dat iedere speler er bij kan.
Let op: Er zijn ook vermoeidheidsfiches. Dat is een bijzonder onderdeel in dit spel. Feld heeft rekening gehouden met het feit dat je tijdens je "trek" vermoeid kan raken en op krachten moet komen. Er is ook rekening gehouden met de weersomstandigheden. Doodnormale zaken in het echte leven maar bijzonder om het in een bordspel te gebruiken. Ik vond de manier waarop het is geïmplementeerd héél natuurlijk.
Er zijn twee soorten weermunten: mooi weer en heel slecht weer. Als je het spel voor het eerst speelt krijg je maar drie dagen slecht weer en twee dagen schijnt de zon. Dus vijf fiches in totaal. Schud ze en plaats er drie in de eerste vakjes. Doe hetzelfde voor de andere. Dus drie stormfiches en twee mooi weerfiches.
Vervolgens heb je een eigen spelersbord waarop je de uitrustingskaarten, de dierenkaarten en de geografische kaarttegels door elkaar legt. Bij de uitrustingskaarten moet je goed opletten dat je de kaarten legt op de plek waar het dag is. En dat wil ik óók vermelden: het gebruik van dag en nacht in dit spel. Het zijn, net als vermoeidheid en het weer, volkomen logische zaken.
De kaarten bij zonsondergang zijn de startuitrustingen. Deze schud je de uitrustingskaarten waar het daglicht wordt (je vertrekt bij daglicht) en je trekt er een bepaald aantal, afhankelijk van het aantal spelers. Elke keer dat je uitrustingskaarten trekt één kaart meer trekken dan het aantal spelers. De leg je open op tafel.
Er zijn halve stukjes kaart. Er is kant A en kant B. Er zijn verschillende kleuren en elke helft heeft ook een andere kleur. Deze kaartjes worden gehusseld en op een stapeltje geplaatst. De eerste drie van de stapel worden omgedraaid en op hun juiste plekken geplaatst.
Tot slot krijgt elke speler een klein dienblad, waarop de kleine offerfiches komen. Er zijn negen van deze fiches, negen denk ik.
Hoe verloopt onze trekking in Kathmandu?
Onze trekking duurt zes dagen. We doen dus maar zes rondes. In die zes ronden beweeg je op een samengesteld speelbord over verschillende terreintypes. Onderweg passeer je verschillende dingen die je tijdens je wandeling (trekking) kunt bezoeken.
Aan het begin van je beurt gooi je met zes dobbelstenen. Deze dobbelstenen komen overeen met een onafhankelijke grondstof en laten zien hoe ver je kunt bewegen volgens de waarde van de ogen.
Van het punt waar je vertrekt loop je altijd in een rechte lijn. Dus als je een drie gooit, kun je in principe drie plaatsen in een rechte lijn bewegen.
Omdat de eerste speler die in Kathmandu arriveert krijgt een flinke hoeveelheid punten. Dat lijkt aantrekkelijk en een reden om zo snel mogelijk door het spel te jagen maar natuurlijk probeer je onderweg ook bepaalde dingen te bezoeken. Want... door bijvoorbeeld tempels te bezoeken kaarten te verzamelen en ze in elkaar te passen krijg je óók punten.
Kathmandu is een spel van Feld; je krijgt je punten overal.
Je bent toerist, dus fotografeer je. Je neemt foto's door op bepaalde terreintypes te landen die overeenkomen met het gemeenschappelijke aanbod van dierenkaarten. Het scoringsmechanisme hier geeft aan dat de speler met de meeste kaarten punten scoort ten opzichte van de speler met de minste kaarten. Dus als een speler bijvoorbeeld één kaart heeft en een andere speler bijvoorbeeld vijf kaarten, dan is het verschil hoeveel punten elke kaart waard is. Hier komt ook het principe van gezamenlijk reizen terug. Je wilt namelijk bij de groep blijven als het gaat om het nemen van foto's.
Je verzamelt ook uitrustingskaarten. Deze uitrustingskaarten geven je bepaalde voordelen in het terrein. Wanneer je de juiste uitrusting hebt kun je op plekken wandelen waar anderen niet kunnen komen. Ook dat is logisch. Wanneer je een paar stevige Meindls hebt van het type C dan kan je dwars door de bergen. Toeristen die op Teva sandalen aan de trek beginnen die hoeven hier niet aan te denken.
Al die extra voordelen, zoals dwars door bergen reizen of rechtsaf slaan of een bocht naar rechts maken geven dus veel voordeel omdat je normaal gesproken alleen in een rechte lijn mag rijden.
Je kunt punten verzamelen op basis van de sets landkaarten die je krijgt en ook door yak-tegels die je aflegt door op bepaalde terreintypen te landen, door bepaalde locaties te bezoeken enzovoort. Houd er rekening mee dat al die mogelijkheden aanvullen op je puntentotaal. De manier waarop al die mogelijkheden in dit spel samenkomen is op z'n minst knap te noemen en het zorgt ervoor dat je een aantal interessante en lastige beslissingen moet nemen. Vooral als het gaat om het ruilen van de dobbelstenen die je gebruikt, omdat je niet alleen rekening moet houden met de afstand die je aflegt, maar ook met de grondstoffen die je met die dobbelstenen krijgt. Niet alleen elke dobbelsteen die je selecteert om te bewegen zal bepalen welke grondstoffen je krijgt, wat een enorme factor zal zijn in hoeveel punten je krijgt, want
- als je uitrustingskaarten nodig hebt, zul je de bruine dobbelsteen moeten gebruiken
- als je dierenkaarten wilt, zul je de paarse dobbelsteen moeten gebruiken
- als je efficiënter over bepaalde tegels wilt bewegen, zul je kompasfiches moeten verzamelen.
Er zijn dus veel verschillende dingen die je moet af- en overwegen om je voorraden op peil te houden. Bovendien word je niet altijd beloond wanneer je snel gereisd hebt omdat je onderweg veel kansen mist en hoe meer fiches je uitgeeft, hoe lager je prioriteit is bij de volgende beurt.
Wat vinden we van Kathmandu?
Kathmandu is niet een van de hoogtepunten uit het oeuvre van Feld. Het steekt goed in elkaar en thematisch is het ook in orde maar het voelt tamelijk gewoontjes aan. Verder vind ik dat de "race"component te bepalend is voor de manier waarop het spel verloopt. Het racen geeft het spel iets ordinairs, iets Feld-onwaardigs. Ik vroeg me af waarom er zo'n kostbare productie gemaakt moest worden om zulke simpele mechanieken te spelen. Dat kan met minder grondstoffen en middelen, daar zou je ook voor elkaar kunnen krijgen met het omzagen van minder bomen.
Bovendien zijn er andere spellen hier veel op lijken en waarin dit mechaniek leuker en lichter is verwerkt. Quest for Eldorado bijvoorbeeld lijkt hier heel veel op en speelt - wanneer ik eerlijk ben - veel prettiger, is veel sneller opgezet en behoorlijk voordeliger.
Al die verschillende handelingen in dit spel voelen als een omweg. Ik had het hele spel het gevoel dat alles een stuk eenvoudiger kon. Minder gedoe.
Er zitten best leuke dingen in Kathmandu maar ik vind het te gewoon. Natuurlijk heeft het een duidelijke Feld-signatuur vanwege de gebruikelijke puntensalade. Er is begrijp ook dat hij het in 2024 met drie van die enorme spellen heel erg druk heeft gehad. Dat is echter een zwak excuus. Ik hoop dat dit een eenmalige vergissing is en dat hij in oktober excuses maakt met Valencia en Chichén Itzá.
Een 7tje.