Niet zo heel erg lang geleden vertelde ik een vriendin dat ik Yspahan zou gaan spelen. Met als gevolg dat we onszelf even later koortsachtig probeerden te herinneren wie toch die dichter was van dat gedicht... u weet wel.
Het kwam niet verder dan ons beider tongpuntjes. Dus sloegen we er Gerrit Komrij op na, die wist het wel: Het was P.N. van Eyck en het ging om "De Tuinman en de Dood".
Van morgen ijlt mijn tuinman, wit van schrik,
Mijn woning in: 'Heer, Heer, één ogenblik!
Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,
Toen keek ik achter mij. Daar stond de Dood.
Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,
Maar zag nog juist de dreiging van zijn hand.
Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan,
Voor de avond nog bereik ik Ispahaan!' -
Van middag - lang reeds was hij heengespoed -
Heb ik in 't cederpark de Dood ontmoet.
'Waarom,' zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,
'Hebt gij van morgen vroeg mijn knecht gedreigd?'
Glimlachend antwoordt hij: 'Geen dreiging was 't,
Waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrast,
Toen 'k 's morgens hier nog stil aan 't werk zag staan,
Die 'k 's avonds halen moest in Ispahaan.'
Inmiddels heb ik het spel gespeeld en ben ik toe om daar iets over te schrijven. Maar niet voordat ik het tuinpad naar P.N. van Eyck nog iets verder ben opgewandeld. Ik kreeg daar bevestigd wat ik mijn vriendin al vertelde:
"Het is niet alleen een gedicht."
"Oh... ook een verhaal?"
"Ja, het is niet alleen een gedicht, maar ook een verhaal."
"Oh, ik ken alleen dat gedicht."
"Ik heb ooit een boekje gelezen met Perzische verhalen. Daar stond het in. Het is een klassieker. Dat gedicht van van Eyck is daar een soort van gerijmde samenvatting van."
"Oh... grappig. Nooit van gehoord."
Dat was dus vanmorgen, nadat ik in de Wikipedia las dat het oorspronkelijke verhaal heel lang geleden is geschreven door de grote Perzische dichter Roemi.
Het verhaal is in Europa geïntroduceerd door de Franse schrijver en filmmaker Jean Cocteau, in diens roman Le grand écart, die drie jaar vóór Van Eycks gedicht werd gepubliceerd.
Citaat:
Un jeune jardinier persan dit à son prince:
—J'ai rencontré la mort ce matin. Elle m'a fait un geste de menace. Sauve-moi. Je voudrais être, par miracle, à Ispahan ce soir.
Le bon prince prête ses chevaux. L'après-midi, ce prince rencontre la mort.
—Pourquoi, lui demande-t-il, avez-vous fait ce matin, à notre jardinier, un geste de menace?
—Je n'ai pas fait un geste de menace, répond-elle, mais un geste de surprise. Car je le voyais loin d'Ispahan ce matin et je dois le prendre à Ispahan ce soir.
Het gedicht van Van Eyck komt in details hiermee overeen, inclusief het beroep van de vluchteling en zijn bestemming, zodat het wel vaststaat dat Van Eyck de versie van Cocteau kende. Van Eyck heeft plagiaat gepleegd of zich zonder bronvermelding door de Fransman laten inspireren.
Dat brengt me terug bij mijn review van het spel Yspahan waar ik zo dadelijk mee begin.
Nu heb ik mezelf inmiddels de gewoonte aangewend om mijn reviews te beginnen met een vertaling van óf de spelbeschrijving op de doos, óf de spelregels óf de spelbeschrijving op BGG.
Maar daar twijfel ik nu over: want plaats ik mezelf daarmee misschien in dezelfde boefjesclub als P.N. van Eyck?
Dat zou zomaar kunnen, toch?
Het is 1598. Yspahan wordt de hoofdstad van het Perzische rijk. De stad wordt in het centrum van de wereld geplaatst en beleeft een periode van culturele en economische bloei. De steden en dorpen in de regio willen profiteren van deze uitbreiding. Karavanen volgeladen met goederen en juwelen vertrekken naar de woestijn, met de beloften van een stralende toekomst...
In het spel belichamen de spelers de kooplieden die handel drijven met Yspahan. Ze willen profiteren van de komst van de opzichter van de Sjah en scoren punten door hun koopwaar in de juiste winkels te plaatsen, naar de karavaan te sturen en gebouwen te bouwen.
In Yspahan stellen de spelers hun acties voor de beurt in volgorde op, maar een worp met de dobbelstenen bepaalt welke acties beschikbaar zijn en hoe krachtig ze zullen zijn. Ze kunnen op korte termijn punten verdienen door winkels in de stad te claimen of door hun handelaren naar de karavaan te sturen. Ze kunnen ook de infrastructuur verbeteren door gebouwen te bouwen die hun acties verbeteren of door actiekaarten te pakken die extra opties geven. Elke 7 beurten (elke “week”) worden er punten gescoord in de stad en de karavaan, en na 3 weken zullen de wijze handelaren zien wie van hen het meest heeft geprofiteerd.
Hoe wordt Yspahan gespeeld?
Elke speler krijgt een bord samen met alle blokjes in zijn/haar speelkleur plus twee goudstukken. Eén van de blokjes wordt op het nulveld van het scorespoor komt.
Het speelstuk dat de opzichter voorstelt komt op het middelste veld van de stad. Vervolgens wordt een startspeler gekozen (die de zwarte startspelerpion krijgt). De kamelen en het goud worden als algemene voorraad op plekken gelegd die voor iedereen beschikbaar zijn, de stapel kaarten wordt geschud en de dobbelstenen worden ook klaar gelegd.
Met twee spelers gebruik je acht dobbelstenen, maar met drie of vier gebruik je ze alle negen. Er zijn ook nog de gele/gouden dobbelstenen (die leg ik straks uit). Er komt een marker op de eerste dag van de week en een weekmarkeerder die op de eerste week komt.
Nu zijn we klaar om te beginnen.
Er worden drie ronden gespeeld waarbij elke ronde voor een week staat. Met zeven dagen in de week heeft iedere speler dus 21 beurten.
Een dag of een beurt is verdeeld in twee delen. Het eerste deel is de bevoorradingsfase en in het deel daarna worden de acties van de spelers uitgevoerd.
Tijdens de bevoorradingsfase neemt de startspeler alle dobbelstenen. Dat zijn normaal gesproken dus negen witte dobbelstenen, maar in een spel met twee spelers zijn het er dus acht. Een speler heeft ook de mogelijkheid om tot drie gouden dobbelstenen aan de worp toe te voegen door een goudstuk per dobbelsteen te betalen. Alle dobbelstenen worden gegooid en vervolgens worden ze gesorteerd op het aantal ogen. De laagste ogen worden op het onderste veld (kamelenveld) van de torenbaan geplaatst en de hoogste ogen gaan altijd op het bovenste veld. De rest van de velden wordt daarna in numerieke volgorde gevuld, gerejkend vanuit het kamelenveld.
Wanneer er gele dobbelstenen zijn toegevoegd kunnen deze alleen gebruikt worden door de startspeler - die ze immers betaald heeft. Dus als die speler niet een van de velden met gele dobbelstenen kiest worden deze gewoon verwijderd. Geen van de andere spelers kan de gele dobbelstenen deze beurt gebruiken.
Spelersacties
De startspeler begint met het uitvoeren van de acties. Daarna volgen de andere spelers; met de klok mee. Elke speler mag in een beurt twee hoofdacties uitvoeren.
Een groep dobbelstenen uitkiezen (verplicht)
Een speciaal gebouw neerzetten (indien gewenst)
In een spel met twee spelers is daar een uitzondering op: de eerste speler mag een extra actie doen. Bovendien blijven de ongebruikte gele dobbelstenen gewoon op het bord liggen. Als de andere speler uit een groep met de gele dobbelstenen kiest, mag hij ze niet gebruiken. Ze zijn alleen voor de eerste speler maar die kan ze ook kiezen in volgende beurten van die week.
Elke speler kiest dus een groepje dobbelstenen en voert een van de acties uit. Deze acties kunnen zijn:
Actie 1: Een groep dobbelstenen uitkiezen
De speler kiest een groep dobbelstenen uit en verwijdert die uit de toren; deze groep is daarna dus niet meer beschikbaar voor de andere spelers. Afhankelijk van de gekozen verdieping mag de speler nu één van de drie bijbehorende acties uitvoeren. Elke verdieping heeft een spelactie die uniek voor die verdieping is; de overige twee, te weten het verplaatsen van de opzichter en het trekken van een kaart, zijn altijd en overal beschikbaar. De subacties zijn:
- Kamelen nemen
- Goud nemen
- Marktkramen bevoorraden
- De opzichter verplaatsen
- Een Kaart trekken
Aan het eind van een beurt mag een speler tegen betaling van goud of kamelen een gebouw neer te zetten. Deze gebouwen brengen aan het einde van het spel punten op en geven
ook speciale mogelijkheden die de speler de rest van het spel voordelen geeft.
Actie 2: Een speciaal gebouw neerzetten
De gebouwen geven speciale mogelijkheden en voordelen tijdens de rest van het spel. Om een gebouw te plaasen te doen, moet een speler de prijs van betalen met kamelen en goud die hij uit eigen voorraad haalt. Daarna wordt op het individuele spelerbordje een kubusje op het gebouw geplaatst dat is aangeschaft. De punten worden meteen geteld. Er zijn verschillende gebouwen:
- De omheining
- De winkel
- Het badhuis
- De Karavaan
- De Bazaar
- De Takel
Het verplaatsen van de opzichter heeft het volgende effect. Hij eindigt zijn wandeling voor een gebouw (soms voor twee). Als dat gebouw koopwaar van een speler bevat, wordt die meteen op een kameel geladen waarmee de eigenaar van die koopwaar een paar punten krijgt.
Aan het einde van elke week wordt de karavaan geteld. De spelers krijgen punten voor de hoeveelheid geladen koopwaar en de ‘hoogte’ op het karavaanspelbord.
Het einde van de dag
Aan het einde van de dag worden de laatste dobbelstenen uit de toren verwijderd. Als dit het einde van de zevende dag is, is dit ook het einde van het spel.
Indien de week nog niet ten einde is, wordt de dagteller één veld naar rechts verschoven en wordt de speler links van de actuele startspeler de nieuwe startspeler.
Het einde van de week
Aan het einde van de week voeren de spelers een puntentelling uit (in spelersvolgorde) en markeren hun totaal op het scorespoor.
In elke wijk wordt de speler voor elke complete soukh het aantal punten in het vierkante kadertje toegekend (er moet dan op elk kraampje van die soukh een kubusje staan). Indien hij over de bazaar beschikt, krijgt hij nog eens een bonus van 2 punten voor elk van zijn eigen complete soukhs.
Niet volledig bezette soukhs leveren niemand iets op! Als alle spelers zo hun punten hebben geteld worden de wijken opgeruimd en gaan de kubusjes terug naar hun eigenaar. Vervolgens wordt de karavaan gescoord.
Elke speler krijgt een aantal punten gelijk aan het produkt van de hoeveelheid eigen kubusjes in de karavaan en de waarde van het hoogstgelegen weggedeelte waar nog kubusjes van hem liggen.
Let op: de karavaan wordt na de telling niet automatisch geleegd. Dit gebeurt uitsluitend na een telling van een compleet beladen karavaan!
Als laatste wordt de weekteller één veld naar rechts geschoven en wordt de dagteller weer op het eerste veld teruggezet. De opzichter gaat terug naar het kruispunt van de twee wegen. De speler links van de huidige startspeler wordt de nieuwe startspeler.
Het spel eindigt na de telling aan het einde van de derde week: de speler met het hoogste aantal punten wint.
Wat vinden we van Yspahan?
We waren er bijzonder aangenaam door verrast! Voor een spel dat bijna twintig jaar oud is speelt het lekker vlot. Er is nauwelijks downtime omdat het spelverloop logisch en intuïtief is. De iconografie op de kaarten en de spelersbordje roepen ook geen extra vragen op. Natuurlijk is de leeftijd van het spel vooral herkenbaar aan het artwork. Dat is nogal gedateerd. De kwaliteit van het spelmateriaal verraadt ook dat het al een wat ouder spel is.
Toch, wanneer je - zoals ik - zelf ook al een zekere leeftijd hebt dan is dat allemaal niet bezwaarlijk. Ik kan me wel voorstellen dat spelers die gewend zijn te spelen met de spellen van deze tijd, dat ie spelers wat moeite hebben met de belegen vormgeving.
Yspahan is wat mij betreft dus een hele fijne klassieker. Het krijgt een verdiende plek op de plank met spellen die voorlopig mogen blijven, tussen de spellen die ik graag nog eens zou willen spelen.
Dat was niet alleen mijn mening, ik schrijf dit ook namens de andere Zware Jongens, die het volmondig met me eens zijn. Een dik verdiende 7.5!